De oefening:
Beugels korter dan normaal bij het springen, teugels kort pakken en licht gaan zitten. In deze houding zo stil mogelijk en zo lang mogelijk blijven zitten gedurende het rijden. Maak eens variaties van draf naar het halthouden of van galop naar stap. Het lijkt heel simpel maar het is moeilijk om in je overgangen stil te blijven zitten en je balans te houden. Let er op dat ook je benen niet van de plek komen.
Doel:
Het ontwikkelen van balans, een goede houding aanleren voor in het parcours.
Je ziet vaak dat ruiters in het parcours tussen de hindernissen in helemaal terug gaan naar de dressuurzit, maar vanuit de dressuurzit is het moeilijker om over te gaan naar de verlichte zit. Daarnaast zijn in de dressuurzit je teugels langer, waardoor het moeilijker is om je paard goed tussen twee teugels te houden in wendingen en naar de sprong toe.
Wanneer je licht gaat zitten tussen de hindernissen kan je snel schakelen vanuit de lichte zit, naar de verlichte zit of vanuit de lichte zit naar de dressuurzit. Daarnaast krijgt je paard meer de gelegenheid om de rug te ontspannen en krijgt hij meer bewegingsvrijheid in rug, hoofd en hals.
Uitvoering:
Wanneer de ruiter licht gaat zitten, buigt het bovenlichaam vanuit de heupen naar voren. Het bovenbeen, knie en hak nemen meer gewicht over. Het zitvlak blijft zo dicht mogelijk bij het zadel en hak, knie en schouder blijven ongeveer op één lijn. Ongeveer 2/5 van het gewicht steunt op de beugels. Deze zit ligt tussen de dressuur en verlichte zit in.
Bij het springen gaat het zitvlak verder uit het zadel en komt het bovenlichaam verder naar voren en ga je vanuit de lichte zit naar de verlichte zit. Hierbij zijn de schouders voor de lijn van hak en knie omdat je bovenlichaam nog verder naar voren buigt. Je hak is ook in de verlichte zit het laagste punt en wederom heb je ongeveer 2/5 van het gewicht op je beugels.
Veel voorkomende problemen:
– Ruiter brengt voet naar achter
– Steunen op de manenkam
– Achter of voor de beweging komen
– Ellebogen uitdrukken
Wanneer de ruiter niet genoeg druk op de beugels houdt (komt vaak door een opgetrokken hak of klemmende benen) gaat het onderbeen naar achter, waardoor het bovenlichaam naar voren valt en de ruiter in onbalans en voor de beweging komt. Zorg altijd voor de 2/5 gewichtsverdeling op de beugels om dit te voorkomen.
Vrijwel alle fouten tijdens de verlichte zit hebben te maken met onbalans, ga hier dan ook aan werken. Zowel in het gewone rijden, maar je kan het ook moeilijker maken door te gaan werken met gymnastieklijntjes.
Een filmpje ter illustratie: