De eerste lessen zal je veel achter elkaar rijden en krijg je te maken met rangorde (Het ene paard is de baas over het ander paard). Bedenk je dat het normaal gedrag is dat het ene paard het andere wil inhalen en dat ze kunnen uitvallen naar elkaar. Paarden kunnen net als mensen niet allemaal even goed met elkaar overweg. Ook wil een paard ruimte, krijgt hij dit niet zal hij bij een schrikreactie kunnen bokken naar het paard achter hem.
Het is best eng als paarden lelijk doen naar elkaar tijdens het rijden en het kan ook gevaarlijke situaties veroorzaken, zorg daarom dat je als ruiter altijd goed oplet en afstand houdt van je voorganger.
Zorg dat je teugels op maat zijn. Zodra je teugels in een boogje hangen kan je geen duidelijke hulpen geven aan je paard. Je kan dan niet “remmen” als hij te dicht op je voorganger komt. En je kan je paard niet terug zetten in de rij wanneer hij wil inhalen.
Zorg ook dat je goed recht op zit, een paard heeft een leider nodig. Een paard zal een leider accepteren die hem vertrouwen geeft. Ben jij zelfverzekerd zal je paard beter naar je luisteren dan wanneer je bang op je paard zit, je geeft je paard dan namelijk geen vertrouwen.
Paarden zijn vluchtdieren, ze kunnen dus altijd een keer schrikken tijdens het rijden. Ga nooit gillen en gooi nooit je teugels los als er wat gebeurd, maar houdt je teugels op maat en stel je paard gerust. Een paard zal namelijk minder bang zijn als je als ruiter ook niet bang bent.
